Aangezien, zoals het Hof heeft aangegeven in B.6.2, het voormelde artikel 65, 4°, artikel 191, 15°septies, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, opheft en vervangt door een nieuwe bepaling die in de inning voorziet van een uitzonderlijke heffing voor het jaar 2005, beschikt de verzoekende partij over het vereiste belang.
Dès lors que, comme la Cour l'a indiqué en B.6.2, l'article 65, 4°, précité abroge l'article 191, 15°septies, de la loi relative à l'assurance soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, et y substitue une nouvelle disposition qui prévoit la perception d'une cotisation exceptionnelle pour l'année 2005, la partie requérante dispose de l'intérêt requis.