De inverdenkinggestelde, of de burgerlijke partij, kan de door de inzage in het dossier verkregen inlichtingen alleen gebruiken in het belang van zijn verdediging, op voorwaarde dat hij het vermoeden van onschuld eerbiedigt, alsook de rechten van verdediging van derden, het privé-leven en de waardigheid van de persoon, onverminderd het recht waarin artikel 61quinquies voorziet.
L'inculpé ou la partie civile ne peut faire usage des renseignements obtenus par la consultation du dossier que dans l'intérêt de sa défense, à la condition de respecter la présomption d'innocence et les droits de la défense de tiers, la vie privée et la dignité de la personne, sans préjudice du droit prévu à l'article 61quinquies.