De bevoegdheid om de stemrechten te schorsen die verbonden zijn aan de aandelen die in het bezit zijn van een aandeelhouder wiens invloed het gezond en voorzichtig beleid van de verzekeringsonderneming evenals de aanmaningsbevoegdheid ten aanzien van die aandeelhouder in het gedrang kan brengen (artikel 24), komt toe aan de Bank, die de CBFA hierover inlicht wanneer de aandeelhouder een door haar toegelaten onderneming is.
La compétence de suspendre les droits de vote attachés aux actions détenues par un actionnaire dont l'influence est de nature à compromettre la gestion saine et prudente de l'entreprise d'assurances ainsi que le pouvoir d'injonction à l'égard de cet actionnaire (article 24) revient à la Banque, qui en informe la CBFA dans l'hypothèse où l'actionnaire est une entreprise agréée par celle-ci.