Afgezien van de reeds in lid 2 genoemde gevallen, zien de lidstaten erop toe dat een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld wanneer, bij gebreke van toezicht of controle door een in lid 2 bedoelde persoon, de in lid 1 bedoelde inbreuken konden worden gepleegd ten voordele van deze rechtspersoon door een onder het gezag van deze rechtspersoon staande persoon.
Indépendamment des cas prévus au paragraphe 1 ter, les États membres font en sorte qu'une personne morale puisse être tenue pour responsable lorsque le défaut de surveillance ou de contrôle de la part d'une personne visée au paragraphe 1 ter a rendu possible la commission d'une infraction visée au paragraphe 1 pour le compte de ladite personne morale par une personne soumise à son autorité.