De bemiddelingsverzoeken, vermeld in § 1, 1° en 2°, kunnen ofwel worden ingediend door het bureau, ofwel door de minderjarige, ofwel door de personen die over de minderjarige het ouderlijke gezag uitoefenen of hem onder hun bewaring hebben, ofwel door iedere vertrouwenspersoon die in feite de belangen van de minderjarige behartigt, hetzij in eigen naam hetzij in naam van de minderjarige.
Les demandes de médiation, visées au § 1, 1° et 2°, peuvent être introduites soit par le bureau, soit par le mineur, soit par les personnes qui exercent l'autorité parentale sur un mineur ou qui en ont la garde, soit par toute personne de confiance qui défend les intérêts du mineur, soit en son propre nom, soit au nom du mineur.