38. merkt op dat het vertrouwen van de burgers van de EU in de Europese instellingen, agentschappen en organen volgens de agentschappen van het grootste belang is; stelt vast dat de agentschappen een aantal concrete maatrege
len en instrumenten hebben ingevoerd om het risico van reële en vermeende belangenconflicten adequaat aan te pakken; stelt vast dat 88 % van de agentschapp
en al een specifiek beleid heeft aangenomen voor de preventie van en het omgaan met belangenconflicten, en de resterende 12 % daar momente
...[+++]el mee bezig is; stelt vast dat in het beleid van 81 % van de agentschappen rekening wordt gehouden met gedetacheerde nationale deskundigen, extern personeel en tijdelijke medewerkers; 38. constate que, d'après les agences, la confiance des citoyens de l'Union dans les institutions, les agences et les organes de l'Union revêt une importance fondamentale; note que les agences ont introduit un certain nombre de mesures et d'outils concrets afin de prendre dûment en considération les risques de conflits d'intérêts réels ou perçus; constate que 88 % des a
gences ont déjà adopté des politiques pertinentes en matière de prévention et de gestion des conflits d'intérêts, tandis que, pour les 12 % restantes, ce processus est en cours; note que les politiques de 81 % des agences prennent en compte les experts nationaux détaché
...[+++]s ainsi que le personnel externe et intérimaire;