Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn om overeenkomstig haar
nationaal recht als strafbaar feit aan te merken, de gedragingen vermeld in het Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven in artikel 6, eerste en tweede lid, onder de daarin genoemde omstandigheden, wanneer het basisdelict wordt gevormd door een van de krachtens de artikelen 2 tot en met 12 van di
t Verdrag strafbaar gestelde feiten ...[+++], voorzover de Partij geen voorbehoud heeft gemaakt of een verklaring heeft afgelegd ten aanzien van deze strafbare
feiten, dan wel deze stra
fbare feiten in het licht van de wetgeving met betrekking tot het witwassen van geld niet als ernstige strafbare
feiten beschouwt.
Chaque Partie adopte les mesures législatives et autres qui se révèlent nécessaires pour ériger en infraction pénale, conformément à son droit interne, les actes mentionnés dans la Convention du Conseil de l'Europe relative au blanchiment, au dépistage, à la saisie et à la confiscation des produits du crime (STE n 141), à l'article 6, paragraphes 1 et 2, dans les conditions y prévues, lorsque l'infraction principale est constituée par l'une des infractions établ
ies en vertu des articles 2 à 12 de la présente Convention, dans la mesure où la Partie n'a pas formulé de réserve ou de déclaration à l'égard de ces infractions ou ne considère p
...[+++]as ces infractions comme des infractions graves au regard de la législation relative au blanchiment de l'argent.