Artikel 4, lid 3, is innovatief aangezien daarin het vereiste is neergelegd dat elke lidstaat ervoor moet zorgen dat overeenkomstig zijn grondwettelijke bepalingen en beginselen aan natuurlijke personen onder bepaalde omstandigheden tijdelijk een verbod kan worden opgelegd om de desbetreffende zakelijke activiteit of een vergelijkbare zakelijke activiteit in een vergelijkbare positie of hoedanigheid uit te oefenen.
L’article 4, paragraphe 3, innove en ce qu'il fait obligation aux États membres de prévoir, dans certaines circonstances et conformément à leurs règles et principes constitutionnels, la possibilité de déchoir temporairement des personnes physiques du droit d’exercer une activité professionnelle spécifique ou une activité professionnelle comparable dans une position ou une fonction similaire.