23. is van mening dat in geval van het opleggen van sancties, discussies over de voortgang van het verwezenlijken van de doelstellingen en ijkpunten die zijn geformuleerd op het moment van de aanname van de beperkende maatregelen, noodzakelijkerwijs en systematisch deel moeten uitmaken van de dialogen en raadplegingen met betrekking tot de mensenrechten; vindt tegelijkertijd dat de doelstellingen die bij de mensenrechtendialogen en de raadplegingen zijn bereikt, in geen geval in de plaats kunnen treden van de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van de sancties;
23. estime que, lorsque des sanctions sont imposées, les dialogues et les consultations sur les droits de l'homme devraient nécessairement et systématiquement prévoir des discussions sur les progrès réalisés dans la concrétisation des objectifs et dans le respect des critères de référence fixés lors de l'adoption des mesures restrictives; considère dans le même temps que les objectifs atteints lors de ces dialogues et de ces consultations ne peuvent en aucun cas se substituer à la concrétisation des objectifs sous-tendant les sanctions;