Verder was niet bewezen dat deze ambtenaren door hun oversten gemachtigd waren eveneens een zelfstandige activiteit uit te oefenen, hoewel de Raad van State in een arrest van 29 juni 2000 heeft gesteld dat een van de door de Koning vastgestelde verkiesbaarheidsvoorwaarden mag zijn dat van de kandidaten wordt geëist dat zij bewijzen geen met het gereglementeerde beroep onverenigbare beroepsactiviteit uit te oefenen.
De plus, il n'était pas prouvé que ces fonctionnaires étaient autorisés par leur hiérarchie à exercer également une activité indépendante alors que le Conseil d'État, dans un arrêt du 29 juin 2000, a déclaré que, dans les conditions d'éligibilité fixées par le Roi, peut figurer l'exigence pour les candidats de prouver qu'ils n'exercent pas d'activité professionnelle incompatible avec la profession réglementée.