14. pleit ervoor dat de strijd tegen corruptie in opkomende en ontwikkelingslanden wordt opgevoerd, met de hulp van de bestaande gespecialiseerde internationale organen, om de noodzakelijke hervormingen te kunnen doorvoeren met het oog op de preventie en opsporing van corruptie in nauwe samenwerking met deze landen;
14. suggère que la lutte contre la corruption soit particulièrement renforcée, avec l'aide des organismes internationaux spécialisés, dans les pays émergents et en développement, afin de mettre en place les réformes nécessaires pour assurer la prévention et la détection de la corruption, en étroite coopération avec lesdits États;