Overwegende dat de procedures inzake vergunningen voor bijkantoren van beleggingsonder
nemingen waaraan in derde landen vergunning is verleend, van toepassing blijven; d
at deze bijkantoren niet in aanmerking komen voor het vrij verrichten van diensten uit hoofde van artikel 59, tweede alinea, van het Verdrag, noch voor de vrijheid van vestiging in andere Lid-Staten dan die waar zij gevestigd zijn; dat echter vergunningsaanvragen voor een dochteronderneming of verzoeken voor het verwerven van deelnemingen vanwege
...[+++]een onderneming die onder het recht van een derde land ressorteert, onderworpen zijn aan een procedure die erop gericht is te waarborgen dat beleggingsondernemingen uit de Gemeenschap in de betrokken derde landen een op wederkerigheid berustende behandeling verkrijgen; considérant que les procédures prévues en matière d'agrément des succursales d'entreprises d'investissement agréées dans des pays tiers continuent à s'appliquer à celles-ci; que ces succursales ne bénéficient pas de la libre prestation des services en vertu de l'article 59 deuxième alinéa du traité ni de la liberté d'établissement dans des États membres autres que celui où elles sont établies;
que, toutefois, les demandes d'agrément d'une filiale ou de prise d'une participation de la part d'une entreprise régie par la loi d'un pays tiers sont assujetties à une procédure qui vise à garantir que les entreprises d'inv
...[+++]estissement de la Communauté bénéficient d'un régime de réciprocité dans les pays tiers en question;