Artikel 66 van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985, betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen voorziet dat, indien de
uitlevering van de betrokken persoon niet kennelijk naar het recht van de aangezochte staat is uitgesloten, de aangezochte lidstaat de uitlevering kan toestaan zonder dat een formele uitleveringsprocedure plaatsvindt, mits de betrokken persoon met zijn uitlevering instemt blijkens een door een lid van de rechterlijke macht opgemaakt proces-verbaal, en na verhoor van deze, waa
...[+++]rin hij is voorgelicht over zijn recht op een formele uitleveringsprocedure.L'article 66 de la Convention du 19 juin 1990 d'application de l'Accord de Schengen du 14 juin 1985, relatif à la suppression graduelle des contrôles aux frontières communes, dispose que si l'extradition de la personne n'est pas manifestement interdite par son droit, la partie contractante requise peut autoriser l'extradition sans procédure formelle à condition que la personne y consente par procès-verbal devant un magistrat et après audition par celui-ci pour l'informer de son droit à une procédure formelle.