Desalniettemin wordt algemeen aanvaard
dat de Koning zijn uitvoeringsbevoegdheid aan een Minister kan overdragen in bepaalde welomlijnde gevallen, namelijk inzonderheid wanneer detailkwesties moeten worden geregeld of maatregelen van uiterst technische
aard moeten worden genomen of wanneer de aard der zaken zulks vereist, dit wil zeggen, voornamelijk wanneer het aantal beslissingen dat moet worden genomen dermate groot is dat
het voor de Koning materieel onmogelij ...[+++]k zou zijn die zelf uit te vaardigen (2).
Il reste qu'il est généralement admis que le Roi peut déléguer son pouvoir d'exécution à un Ministre, dans certaines hypothèses précises, à savoir, notamment lorsqu'il s'agit de prendre des mesures de détail ou à caractère éminemment technique, ou lorsque la nature des choses le commande, c'est-à-dire, essentiellement, lorsque le nombre de décisions à prendre est à ce point élevé que le Roi serait dans l'incapacité matérielle de les prendre Lui-même (2).