Indien een bouwvakker ervoor kiest om syndicaal actief te zijn in een andere vakbond dan de drie zuilvakbonden, is het dan nog verenigbaar met de antidiscriminatiewet dat hij onmogelijk dit " sociaal voordeel " kan ontvangen?
Si un travailleur de la construction choisit de militer dans un syndicat autre que les trois syndicats traditionnels, est-il encore compatible avec la loi anti-discrimination qu'il ne puisse recevoir cet « avantage social » ?