De Rekenkamer gaat verder met de mededeling dat men er redelijk zeker van is dat in 2006 ten minste twaalf procent van de in het kader van de structuur- en cohesiefondsen gedane betalingen niet had mogen plaatsvinden.
La Cour ajoute qu’elle est relativement sûre qu’au moins 12 % des paiements effectués au titre des Fonds structurels et de cohésion en 2006 n’auraient pas dus l’être.