Hoewel het aantal vrouwelijke werknemers in alle sectoren sterker is gegroeid dan het aantal mannelijk collega's (een jaarlijkse groei tussen 2002 en 2009 van 5,1% onder vrouwen in verhouding tot een groei van 3,3% onder mannen) hebben vrouwen het nog steeds moeilijk om beleidsfuncties te verkrijgen, met gemiddeld slechts half zoveel vrouwen als mannen in wetenschappelijke besturen en raden van bestuur in de EU.
Bien que la proportion des femmes ait progressé, tous secteurs confondus, plus rapidement que celle des hommes (+5,1 % chaque année, de 2002 à 2009, contre +3,3 % d’hommes), les chercheuses doivent toujours se battre pour accéder à des postes de décision, puisque l’on compte en moyenne une seule femme pour deux hommes parmi les membres des conseils scientifiques et d’administration en Europe.