1. De lidstaten schrijven voor dat een beleggingsonderneming alle noodzakelijke maatregelen moet nemen om alle belangenconflicten te onderkennen welke zich bij het verrichten van beleggingsdiensten en nevendiensten of combinaties daarvan voordoen tussen haarzelf, met inbegrip van haar bestuurders, werknemers en verbonden agenten of een persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks met haar verbonden is door een zeggenschapsband en haar cliënten of tussen haar cliënten onderling, waaronder ook die welke voortvloeien uit de ontvangst van „inducements” van derden of uit de beloning door de onderneming zelf en andere aanmoedigingsregelingen .
1. Les États membres exigent des entreprises d'investissement qu'elles prennent toute mesure nécessaire pour détecter tout conflit d'intérêts se posant entre elles-mêmes, y compris leurs directeurs, leurs salariés et leurs agents liés, ou toute personne directement ou indirectement liée à eux par une relation de contrôle et à leurs clients ou entre deux clients lors de la prestation de tout service d'investissement et de tout service auxiliaire ou d'une combinaison de ces services, y compris ceux découlant de la perception d'incitations de tiers ou de la rémunération et d'autres structures incitatives propres aux entreprises .