Verder pleit hij voor de volgende zaken: meer aandacht voor de globale beleidsformule zoals die in Barcelona is vastgesteld
(naast het door de Commissie voorgestane eenzijdige beleid van structurele aanpassingen); versterking van de regionale samenwerking, met name tussen de mediterrane landen onderling; bevordering van de gedecentraliseerde samenwerking (die de Commissie daarentegen lijkt te willen afschaffen); handhaving van de steun voor microprojecten en dus ondersteuning van de NGO’s en organisaties afkomstig uit de burgermaatschappij; financiering ten slotte van samenwerkingsprojecten in het bedrijfsleven, vooral in het midden-
...[+++] en kleinbedrijf.
Il fait également référence à l'approche globale définie à Barcelone (et pas uniquement, comme le pense la Commission, à la dimension d'ajustement structurel), au renforcement de la coopération régionale, et notamment des rapports Sud-Sud, à l'importance de la coopération décentralisée (contrairement à ce que souhaite la Commission qui, apparemment, voudrait la supprimer), au maintien du soutien aux micro-projets, c'est-à-dire aux ONG et aux associations civiles, et à la nécessité de financer les initiatives en matière de coopération industrielle, notamment les PME.