21. spreekt zich uit voor het ontstaan – om te beginnen via de door de Raad van Laken in te stellen
Conventie – van een constituerende bevoegdheid die gemeenschappelijk wordt uitgeoefend door de nationale parlementen, de Commissie, het Europees Parlement en de regeringen van de lidstaten, waardoor niet alleen een doeltreffender voorbereiding van d
e herziening van de Verdragen mogelijk wordt, maar ook een grotere legitimiteit zou worden gegeven aan de pogingen tot Europese inte
gratie en aldus een ...[+++]nieuwe bladzijde zou worden omgeslagen voor wat betreft de rol van de parlementen bij de opbouw van Europa, hetgeen een grote institutionele innovatie zou betekenen;
21. se prononce en faveur de l'émergence – déjà à travers la Convention instituée par le Conseil de Laeken – d'un pouvoir constituant exercé en commun par les parlements nationaux, la Commission, le Parlement européen et les gouvernements des États membres, qui non seulement permettrait une préparation efficace de la réforme des traités, mais donnerait également une légitimité accrue aux efforts d'intégration européenne, et ouvrirait ainsi une page nouvelle en ce qui concerne le rôle des parlements dans la construction européenne en constituant une innovation institutionnelle majeure;