11. dringt er bij de Raad, de Commissie en de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat de eerbiediging van de fundamentele mensenrechten en wettelijk verankerde rechten centraal komen te staan in de externe politieke maatregelen van de EU op het gebied vrijheid, veiligheid en recht; verlangt met nadruk dat deze rechten een integrerend bestanddeel vormen van elk instrument, elk programma of elke operationele maatregel die betrekking heeft op de bestrijding van terrorisme en de georganiseerde misdaad, migratie, asielkwesties en grensbeheer;
11. invite le Conseil, la Commission et les États membres à faire en sorte que le respect des droits de l'homme et des droits légaux fondamentaux soient placés au centre de la politique extérieure de l'UE en matière de liberté, de sécurité et de justice; insiste pour que ces droits fassent partie intégrante de tout instrument, programme ou mesure opérationnelle en rapport avec la lutte contre le terrorisme et la criminalité organisée, la migration, l'asile et la gestion des frontières;