13. verzoekt de partners de dialoog over de mensenrechten in de nieuwe overeenkomst, na afloop van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO), te consolideren tot een degelijk gestructureerd en doorzichtiger instrument in dienst van een gemeenschappelijk mensenrechtenbeleid;
13. demande aux partenaires de renforcer le dialogue relatif aux droits de l'homme dans le nouvel accord qui succédera à l'accord de partenariat et de coopération (APC), pour en faire un instrument bien structuré et plus transparent, dans la perspective d'une politique conjointe dans le domaine des droits de l'homme;