Het vierde middel voert een schending aan van de artikelen 10, 11 en 24, 4, van de Grondwet, in samenhang met het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van de scheiding der machten, doordat artikel 148, 8°, van het bestreden decreet, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 september 1996, inhield dat het bestreden artikel 133 slechts uitwerking zou hebben met ingang van 1 september 1996 en hetzelfde artikel, zoals verbeterd door een erratum, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 november 1996, tot de conclusie leidt dat artikel 133 in werking treedt op 1 januari 1996.
Le quatrième moyen dénonce une violation des articles 10, 11 et 24, 4, de la Constitution, combinés avec les principes de la sécurité juridique et de la séparation des pouvoirs, en ce que l'article 148, 8°, du décret attaqué, tel qu'il a été publié au Moniteur belge du 5 septembre 1996, impliquait que l'article 133 attaqué n'entrerait en vigueur qu'au 1er septembre 1996 et que le même article, tel qu'il a été rectifié par un errata publié au Moniteur belge du22 novembre 1996, amène à conclure que l'article 133 entre en vigueur le 1er janvier 1996.