De ambtenaren mogen buiten hun diensturen geen bijkomende beroepsactiviteit in de privé-sector waarnemen dan met de schriftelijke machtiging van de Regering, behalve als het om een activiteit in het belang van de dienst gaat die in opdracht van een hiërarchische meerdere wordt uitgeoefend.
Les agents ne peuvent exercer une activité professionnelle complémentaire dans le secteur privé que moyennant autorisation écrite du Gouvernement, à moins qu'il ne s'agisse d'une activité exercée dans l'intérêt du service à la demande d'un supérieur.