2. Luidens artikel 6, lid 3, c, van het Europees Verdrag voor de
rechten van de mens heeft, « [e]enieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, [.] ten minste [.] [het recht] c) zichzelf te verdedigen », waarbij dat recht al
s alternatief wordt voorgesteld van het recht « de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze », mede ge
let op het feit dat diezelfde bepaling voorziet in het recht, indien de persoon die vervo
...[+++]lgd wordt niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, « kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan, indien het belang van de rechtspraak dit eist ».
2. Aux termes de l'article 6, § 3, c, de la Convention européenne des droits de l'homme, « [t]out accusé a droit notamment à [.] c) se défendre soi-même », ce droit étant présenté de manière alternative avec celui d'« avoir l'assistance d'un défenseur de son choix », compte tenu également de ce que cette même disposition prévoit le droit, si l'accusé n'a pas les moyens de rémunérer un défenseur, de « pouvoir être assisté gratuitement par un avocat d'office, lorsque les intérêts de la justice l'exigent ».