3. Kunnen de bevoegdheden tot vermindering en/of kwijtschelding van administratieve geldboetes, die door de minister van Financiën sedert 1991 gedelegeerd werden aan de gewestelijke directeur van de directe belastingen en de gewestelijke directeur van de BTW, eveneens gedelegeerd worden aan een gewestelijke directeur van de AIOF of aan een directeur van deze administratie, of moet er onderscheid worden gemaakt naargelang de betrokken ambtenaren van origine BTW- of directe belasting ambtenaren zijn?
3. Les compétences en matière de réduction et/ou de liquidation des amendes administratives, déléguées depuis 1991 par le ministre des Finances au directeur régional des contributions directes et au directeur régional de la TVA, sont-elles également déléguées au directeur régional de l'AFER ou à un directeur de cette administration, ou faut-il établir une distinction selon que les fonctionnaires concernés sont issus de l'Administration de la TVA ou de l'Administration des contributions directes?