Hoewel de in de richtlijn vervatte minimumnormen een grotere samenhang in de EU aanmoedigen en een belangrijke rol hebben gespeeld bij de verlaging van de gemiddelde arbeidsduur, blijft een diversiteit in de arbeidstijdpatronen bestaan en deze diversiteit zal de regel blijven tussen de verschillende lidstaten, tussen de verschillende activititeiten en tussen de verschillende groepen van werknemers.
BIEN QUE LES NORMES MINIMALES CONTENUES DANS LA DIRECTIVE FAVORISENT UNE PLUS GRANDE COHÉRENCE AU SEIN DE L’UE ET ONT JOUÉ UN RÔLE IMPORTANT EN RÉDUISANT LA DURÉE MOYENNE DU TRAVAIL, LA DIVERSITÉ DES FORMULES DE TRAVAIL PERSISTE ET RESTERA DE MISE D’UN ÉTAT MEMBRE, D’UNE ACTIVITÉ ET D’UNE CATÉGORIE DE TRAVAILLEURS À L’AUTRE.