(h) constateert dat zowel de lidstaten als de Europese instellinge
n een beroep kunnen doen op de expertise van het pas opgerichte Bureau voor de grondrechten, teneinde de rechten te beschermen die zijn vastgelegd in het Handvest van de grondrechten en ond
erzoek te doen naar gevallen die zich voordoen bij de samenwerking op het gebied van binnenlandse zaken en justitie; verzoekt de Raad bovendien, indien nodig, met specifieke verwijzing naar artikel 7 van het EG-verdrag van deze mogelijkheid gebruik te maken en dit ook in het geval va
...[+++]n de lidstaten te bevorderen;
h. lui rappelle que tant les États membres que les institutions européennes peuvent faire appel aux compétences de l'Agence des droits fondamentaux nouvellement créée afin de protéger les droits prévus dans la Charte des droits fondamentaux et d'enquêter sur les cas qui ont été soulevés dans le cadre de la coopération dans les domaines de la justice et des affaires intérieures; demande en outre au Conseil de recourir, si nécessaire, à cette possibilité, en particulier en vertu de l’article 7 du traité sur l’Union européenne, et recommande d'en faire usage également dans le cas des États membres;