De verzoekende partijen antwoorden dat de aangevochten bepalingen wel degelijk een verschil in behandeling uitmaken tussen verschillende categorieën van personen die in het verzoekschrift tegenover elkaar zijn gesteld : niet alleen de categorie van personen die vrij hun mening kunnen uiten versus de instellingen die de dotatie kunnen verliezen louter op basis van een meningsuiting door een politieke partij, maar ook de categorie van de parlementsleden die een beroep kunnen doen op artikel 58 van de Grondwet versus die parlementsleden van wie de grondwettelijke immuniteit wordt aangetast door de bestreden norm.
Les parties requérantes répondent que les dispositions entreprises établissent bel et bien une différence de traitement entre les diverses catégories de personnes mentionnées dans la requête : non seulement la catégorie des personnes qui peuvent s'exprimer librement par rapport aux institutions qui peuvent perdre la dotation en vertu du seul fait qu'un parti politique exprime une opinion, mais également la catégorie des parlementaires qui peuvent invoquer l'article 58 de la Constitution par rapport aux parlementaires dont l'immunité constitutionnelle est affectée par la norme entreprise.