Door die beide maatregelen, alsmede het bevel tot aanhouding, uit te sluiten van het mini-onderzoek, wilde de wetgever, die de bedoeling had « de onderzoeksrechter te ontlasten van kleinere relatief eenvoudige strafzaken », echter « voldoende garanties [bieden] om te vermijden dat het gerechtelijk onderzoek zou worden uitgehold of dat bepaalde fundamentele rechten in het gedrang zouden komen » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 857/1, pp. 37 en 38).
En excluant de la mini-instruction ces deux mesures, ainsi que le mandat d'arrêt, le législateur, qui entendait « décharger le juge d'instruction des affaires pénales relativement simples ou petites », voulait toutefois « offrir des garanties suffisantes aux fins d'éviter que l'instruction soit vidée de toute substance ou que certains droits fondamentaux soient compromis » (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 857/1, pp. 37 et 38).