Art. 11. In afwijking van punt b) van artikel 5 genieten de werknemers die in de loop van het desbetreffende kalenderjaar met pensioen of brugpensioen gaan en deze van wie de overeenkomst werd verbroken, met uitzondering van de werknemers die hun ontslag hebben ingediend of die door de werkgever wegens dringende reden werden ontslagen, op datum van vertrek de 13e maand naar rato van het aantal maanden die zij tijdens het desbetre
ffende kalenderjaar effectief hebben gepresteerd, voor zover zij zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben op het ogenblik van hetzij hun pensionering of brugpensionering, hetzij van de kennisgeving van
...[+++]de vooropzeg.
Art. 11. Par dérogation au point b) de l'article 5, les travailleurs qui, au courant de l'année calendrier considérée, partent à la retraite ou en prépension et ceux dont le contrat est résilié, à l'exclusion de ceux qui ont donné leur démission ou qui sont licenciés par leur employeur pour motif grave, bénéficient à la date du départ d'un 13 mois au prorata du nombre de mois effectivement prestés pendant l'année calendrier considérée, pour autant qu'ils comptent six mois d'ancienneté dans l'entreprise soit au moment de leur départ à la retraite ou la prépension, soit de la notification du préavis.