6. stelt vast dat de zetelovereenkomsten tussen de agentschappen en de landen van ontvangst vaak onvolkomenheden vert
onen waardoor later efficiëntieproblemen ontstaan (zoals hoge kosten voor het bereiken van het agentschap, problemen met de voor de agentschappen gehuurde gebouwen en met de sociale insluiting van personeel, enz.); vraagt dan ook dat de landen van ontvangst, op het moment dat door de Raad het besluit over de vestiging van het desbetreffende agentschap wordt genomen, gedetailleerdere en gunstigere zetelovereenkomsten aanbieden; is daarnaast voorstander van verplaatsing van de zetel van de agentschappen in het geval dat de
...[+++]ze zetelovereenkomsten tot ernstige problemen leiden; verzoekt de interinstitutionele werkgroep voor de agentschappen dit probleem aan te pakken en waar mogelijk gemeenschappelijke normen voor zetelovereenkomsten op te stellen; 6. constate que les accords de siège conclus entre les agences et les pays d'accueil présentent souvent des insuff
isances et provoquent successivement des problèmes d'efficacité (comme, par exemple, le coût élevé des transports pour rejoindre l'agence, les problèmes liés aux bâtiments loués par l'agence, l'intégration sociale du personnel, etc.); demande par conséquent que lors de la décision de la localisation du siège de l'agence par le Conseil, les pays d'accueil fournissent des accords de siège plus détaillés et avantageux pour les agences; est aussi favorable à un possible déménagement du siège de l'agence dans le cas où ces accor
...[+++]ds de siège mènent à des inefficacités graves; demande au groupe de travail interinstitutionnel sur les agences d'examiner le dossier et, si possible, de définir des normes communes pour les accords de siège;