De landbouwer beschikt, op straffe van onontvankelijkheid, over dertig dagen na de verzending bedoeld in het eerste lid om zijn bezwaren aan de Directie Onderzoek en Ontwikkeling mee te delen door elk middel dat een vaste datum aan de verzending verleent overeenkomstig artikel D.15 van het Wetboek.
L'agriculteur dispose, sous peine d'irrecevabilité, de trente jours suivant l'envoi visé à l'alinéa 1 pour faire connaître ses objections, par tout moyen susceptible de conférer une date certaine à l'envoi conformément à l'article D.15, du Code, auprès de la Direction de la Recherche et du Développement.