« Als de gemeentesecretaris, de provinciegriffier of de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, optreedt als tuchtoverheid, en hij oorde
elt dat hij terecht wordt gewraakt, geeft hij het tuchtdossier onmiddellijk, al naargelang het geval, in handen van het college van burgemeester en schepenen, of de deputatie, of, in het geval van een openbaar centrum voor maatschappeli
jk welzijn, aan het vast bureau, als er een vast
bureau bestaat, ...[+++]en als er geen vast bureau bestaat, aan de raad voor maatschappelijk welzijn».
« Si le secrétaire communal, le greffier provincial ou le secrétaire du centre public d'aide sociale agit en autorité disciplinaire, et il estime qu'il est récusé à juste titre, il remet le dossier disciplinaire immédiatement, selon le cas, au collège des bourgmestre et échevins, à la députation ou, dans le cas d'un centre public d'aide sociale, au bureau permanent si celui-ci existe, et s'il n'existe pas de bureau permanent, au conseil de l'aide sociale».