69. benadrukt dat de verwachte toename van de gas- en elektriciteitsinvoer uit derde landen in de EU op korte en lange termijn moet worden aangepakt met het oog op de zekerstelling van de energievoorziening; herhaalt dat deze uit
daging voor sommige regio's en lidstaten nauw verband houdt met de afhankelijkheid van olie- en gasinvoer uit één derde land; erkent dat er door deze u
itdaging onder meer behoefte is aan een grotere rol voor binnenlandse en hernieuwbare energiebronnen, die van vitaal belang zijn voor de concurrentiekracht en
...[+++] de voorzieningszekerheid, en aan maatregelen met het oog op de diversificatie van het aanbod van energieleveranciers, -routes en -bronnen; beseft dat een van de strategische doelstellingen in dit verband de verwezenlijking tegen 2020 van de zuidelijke gascorridor is, opdat ongeveer 10 à 20 % van de gasbehoefte van de EU via die route kan worden aangevoerd en iedere Europese regio reële toegang tot ten minste twee verschillende gasbronnen heeft; 69. souligne la nécessité de faire face, à court et moyen terme, à la hausse anticipée des importations de gaz et d'électricité des pays tiers vers l'Union en vue d'assurer l'approvisionnement énergétique; rappelle
que, pour certaines régions et certains États membres, cet enjeu est étroitement lié à la dépendance vis-à-vis d'un seul pays tiers en matière d'importations de gaz et de pétrole; constate que, pour faire face à un tel enjeu, il y a lieu notamment de renforcer le rôle des ressources énergétiques indigènes et des énergies renouvelables, qui sont primordiales pour assurer la compétitivité et la sécurité de l'approvisionnement,
...[+++] et de prendre des mesures afin de diversifier l'éventail de fournisseurs d'énergie, de routes et de sources d'approvisionnement; reconnaît qu'un objectif stratégique est de viser, à cet égard, la réalisation du corridor Sud pour le gaz et la finalisation de la voie d'approvisionnement vers l'Union d'environ 10 à 20 % de la demande de gaz de l'Union d'ici à 2020 pour permettre à chaque région européenne de disposer d'un accès physique à au moins deux sources de gaz différentes;