Art. 3. Voor hun storten in een centrum voor technische ingraving, worden de afvalstoffen verwerkt met het oog op het afnemen en het isoleren van nuttig toe te passen fracties en om negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, in het bijzonder de verontreiniging van oppervlaktewater, grondwater, bodem en lucht, en voor het wereldwijde milieu, met inbegrip van het broeikaseffect, te voorkomen en zoveel mogelijk te verminderen.
Art. 3. Préalablement à leur mise en centre d'enfouissement technique, les déchets font l'objet d'opérations de traitement en vue de retirer et d'isoler les fractions valorisables et en vue de prévenir et réduire autant que possible les risques pour la santé humaine ou l'environnement, notamment sur la pollution des eaux de surface, des eaux souterraines, du sol, de l'air et sur l'environnement de la planète, y compris l'effet de serre.