De Raad van State heeft immers talrijke malen onderstreept dat als men ervan uitgaat dat « persoonlijke gegevens », een begrip dat gedefinieerd wordt als gegevens die geen betrekking hebben op een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (in tegenstelling tot « persoonsgegevens » of « nominatieve » gegevens), niettemin onder het recht op eerbiediging van het privéleven vallen, dat gewaarborgd wordt door artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (6), op dat gebied toch eveneens beschermingsmaatregelen nodig zijn.
A de nombreuses reprises, le Conseil d'Etat a, en effet, souligné que si l'on admet que les « données personnelles », définies comme ne se rapportant pas à une personne physique identifiée ou identifiable (au contraire des données « à caractère personnel » ou « nominatives »), sont néanmoins visées par le droit au respect de la vie privée garanti par l'article 8 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales (6), des mesures de protection doivent être prises dans ce domaine également.