De dagen van arbeidsonderbreking ingevolge jaarlijkse vakantie, een ongeval, arbeidsongeval (de periode van gewaarborgd loon waarvoor geen RSZ-bijdragen worden geïnd), beroepsziekte, gewone ziekte, tijdelijke werkloosheid en palliatief verlof komen in aanmerking voor de berekening van de anciënniteitsvoorwaarde.
Les jours d'interruption de travail par suite de congé annuel, d'accident, d'accident du travail (la période de salaire garanti pour laquelle aucune cotisation ONSS n'a été perçue), maladie professionnelle, maladie ordinaire, chômage temporaire et congé palliatif entrent en ligne de compte pour le calcul relatif à la condition d'ancienneté.