60. Hoewel de uterotrofe respons niet geheel van oestrogene oorsprong is, moet een positief resultaat van de uterotrofe bioassay doorgaans geïnterpreteerd worden als een aanwijzing voor mogelijke oestrogene activiteit in vivo en moet op basis hiervan actie worden ondernomen om meer duidelijkheid te verschaffen (zie punt 9 en het „Conceptueel kader van de OESO voor het testen en beoordelen van hormoonontregelende stoffen”, aanhangsel 2).
60. La réponse utérotrophique n'est pas uniquement d'origine œstrogénique mais, s'il s'avère positif, le bioessai utérotrophique devra généralement être interprété comme preuve d'une activité œstrogénique potentielle in vivo, et devra normalement donner lieu à recherches plus poussées (voir le paragraphe 9 et le “Cadre conceptuel de l'OCDE pour les essais et l'évaluation des perturbateurs endocriniens”, appendice 2).