In tegendeel, de wetgever van 1989 had het behoud van de heffingsgrondslag op federaal vlak uitvoerig verantwoord als zijnde de uniformiteit in de wijze van evaluatie van het kadastraal inkomen en de administratieve organisatie die dit veronderstelt en, bij volkomen gelijke middelen, de bepaling van de berekeningsbasis van de registratie- en successierechten.
Au contraire, le législateur de 1989 avait largement justifié le maintien de la base d'imposition au niveau fédéral par l'uniformité des modes d'évaluation du revenu cadastral et l'organisation administrative que ceci suppose et, par identité de moyens, la détermination de la base de calcul des droits d'enregistrement et de succession.