Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gerechtelijk wetboek een gelijkaardige redenering heeft " (Nederlands → Frans) :

Tenslotte stelt de regering dat de kritiek van de Raad van State reeds achterhaald is, omdat de grondwetgever bij de wijziging van artikel 184 van het Gerechtelijk Wetboek een gelijkaardige redenering heeft gevolgd, toen zij een amendement uit onze fractie afwees.

Enfin, le gouvernement affirme que la critique formulée par le Conseil d'État est déjà dépassée, étant donné que lors de la modification de l'article 184 de la Constitution, le constituant a suivi un raisonnement similaire pour rejeter un amendement déposé par notre groupe politique.


Indien de onderhoudsplichtige overeenkomstig artikel 1675/2 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek een collectieve schuldenregeling heeft verkregen, wordt de Dienst voor alimentatievorderingen, voor de toepassing van de artikelen 1675/7 en 1675/13 van het Gerechtelijk Wetboek, geacht een schuldeiser van onderhoudsgelden te zijn ».

Si le débiteur d'aliments a obtenu un règlement collectif de dettes conformément aux articles 1675/2 et suivants du Code judiciaire, le Service des créances alimentaires est réputé avoir la qualité de créancier de pensions alimentaires, pour l'application des articles 1675/7 et 1675/13 du Code judiciaire ».


Niet alleen de jurispridentie heeft zich beziggehouden met het probleem van roekeloze en tergende procedures. Ook de wetgever heeft dat gedaan aangezien hij met de wet van 3 augustus 1992 in het Gerechtelijk Wetboek een artikel 1072bis heeft ingevoegd.

Si la jurisprudence a pris en compte cette question des procédures téméraires et vexatoires, le législateur s'y est également intéressé puisqu'il a introduit un article 1072bis dans le Code judiciaire en votant la loi du 3 août 1992.


Niet alleen de jurispridentie heeft zich beziggehouden met het probleem van roekeloze en tergende procedures. Ook de wetgever heeft dat gedaan aangezien hij met de wet van 3 augustus 1992 in het Gerechtelijk Wetboek een artikel 1072bis heeft ingevoegd.

Si la jurisprudence a pris en compte cette question des procédures téméraires et vexatoires, le législateur s'y est également intéressé puisqu'il a introduit un article 1072bis dans le Code judiciaire en votant la loi du 3 août 1992.


Door deze procedure in het Gerechtelijk Wetboek op te nemen, heeft het geen zin de artikelen te behouden die in het Wetboek van Strafvordering de verwijzingsprocedure regelen.

Si l'on fait figurer cette procédure au Code judiciaire, il est absurde de conserver les articles du Code d'instruction criminelle qui règlent la procédure de renvoi.


Het voorstel gebruikt evenwel het begrip « kosteloze rechtsbijstand »/« assistance judiciaire gratuite » zoals bepaald in artikel 664 van het Gerechtelijk Wetboek en dat betrekking heeft op de kosteloosheid van de kosten van de rechtspleging (bvb. registratie-, griffie- en uitgifterechten, kosten van een technisch adviseur bij gerechtelijk deskundigenonderzoek).

La proposition utilise toutefois la notion d'« assistance judiciaire gratuite »/« kosteloze rechtsbijstand » visée à l'article 664 du Code judiciaire, qui porte sur la gratuité des frais de procédure (par exemple, droits d'enregistrement, de greffe et d'expédition, frais liés à l'assistance d'un conseiller technique en cas d'expertise judiciaire).


Schendt artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek, geïnterpreteerd in het licht van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens waarin het recht op een eerlijk proces is vastgelegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de termijn van hoger beroep van één maand te doen lopen vanaf de kennisgeving, aan de sociaal verzekerde of aan de socialezekerheidsinstelling, van het vonnis waarbij zijn of haar beroep is afgewezen, terwijl, ingevolge een vergissing van ...[+++]

L'article 1051 du Code judiciaire, interprété à la lumière de l'article 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme consacrant le droit à un procès équitable, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en faisant courir le délai d'appel d'un mois à dater de la notification, à l'assuré social ou à l'organisme de sécurité sociale, du jugement l'ayant débouté de son recours, alors même que, suite à une erreur du greffe de la juridiction d'instance, la communication d'une copie non signée dudit jugement à l'avocat dudit assuré social ou à celui de l'organisme de sécurité sociale, n'a pas été effectuée conformé ...[+++]


15. - Wijziging van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van het gerechtelijk Wetboek, de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie, tot wijziging van de wet van 10 april 2003 tot regeling van de afschaffing van de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van het behoud ervan in oorlogstijd en tot wijzig ...[+++]

15. - Modification de la loi du 10 avril 2014 modifiant le Code judiciaire, la loi du 25 avril 2007 modifiant le Code judiciaire, notamment les dispositions relatives au personnel judiciaire de niveau A, aux greffiers et aux secrétaires ainsi que les dispositions relatives à l'organisation judiciaire, modifiant la loi du 10 avril 2003 réglant la suppression des juridictions militaires en temps de paix ainsi que leur maintien en temps de guerre et modifiant la loi du 31 janvier 2007 sur la formation judiciaire et portant création de l'Institut de formation judiciaire Art. 140. Dans l'article 56 de la loi du 10 avril 2014 modifi ...[+++]


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 januari 2016 in zake F.D. tegen M.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 februari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek ...[+++]dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in het geval dat een feitelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig zou hebben gemaakt aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, de andere feitelijk samenwonende uitsluit van het recht om, om die reden, het genot van de echtelijke of de gemeenschappelijke verblijfplaats te vorderen, hetgeen klaarblijkelijk nadelig voor hem is en een discriminatie tussen de gezinnen kan doen ontstaan naargelang zij bestaan uit gehuwde partners, wettelijk samenwonenden of feitelijk samenwonenden, in een periode waarin het feitelijk samenwonen een ruim verspreide samenlevingsvorm is, die zelfs de meerderheid uitmaakt ?

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 13 janvier 2016 en cause de F.D. contre M.V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 3 février 2016, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 1253ter/5, in fine, du Code judiciaire, lequel exclut clairement de son champ d'application les concubins de fait, ne viole-t-il pas notamment les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec d'autres dispositions légales supranationales telle la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il exclut, dan ...[+++]


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 januari 2016 in zake Marie-Rose D'Haeyer tegen Vincent Lefevre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 4 janvier 2016 en cause de Marie-Rose D'Haeyer contre Vincent Lefevre, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 13 janvier 2016, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 827, 1017 et 1022 du Code judiciaire, pris isolément ou non, ne créent-ils pas une discrimination entre la partie qui succombe sur le fond et qui a droit si elle le demande et à condition de se trouver dans les conditions pour ce faire à une diminution ou à une absence de payement d'une indemnité de procédure (en l'hypothèse d'une application de l'article 1017 du Code judiciaire vu la qualité des parti ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gerechtelijk wetboek een gelijkaardige redenering heeft' ->

Date index: 2023-09-27
w