- de individuele registratie van de uitoefening van de niet-conventionele praktijk van de homeopathie en van de procedure waarin daartoe voorzien is (artikelen 2, 5 en 6 van het ontwerp), de voorwaarden voor die registratie die verband houden met de opleiding en de getuigschriften waaruit blijkt dat de betrokkene de opleiding met succes heeft afgerond, de permanente bijscholing (artikelen 7 en 8 van het ontwerp), de toegestane handelingen (artikel 10 van het ontwerp) en de bekendmaking (artikel 11 van het ontwerp), die aldus vallen onder de procedure bedoeld in artikel 3, § 3, van diezelfde wet van 29 april 1999.
- l'enregistrement individuel de l'exercice de la pratique non conventionnelle de l'homéopathie et de la procédure prévue à cet effet (articles 2, 5 et 6, du projet), les conditions de cet enregistrement tenant à la formation et aux attestations de réussite de cette formation, la formation permanente (articles 7 et 8 du projet), les actes autorisés (article 10 du projet) et la publicité (article 11 du projet), ressortissant ainsi à la procédure de l'article 3, § 3, de cette même loi du 29 avril 1999.