De toelating tot de opleiding wordt vastgesteld door de in paragraaf 1 bedoelde personeelsleden in te delen in vijf gelijke groepen in dalende volgorde van ouderdom van hun in paragraaf 1 bedoeld brevet en, bij gelijke ouderdom van dat brevet, van kaderanciënniteit; elk jaar worden de kandidaten van de volgende groep tot de opleiding toegelaten, voor zover zij geen laatste evaluatie met eindvermelding " onvoldoende " hebben.
L'admission à la formation est déterminée en répartissant les membres du personnel visés au paragraphe 1 en cinq groupes égaux, dans l'ordre décroissant de l'ancienneté de leur brevet visé au paragraphe 1 ou, en cas d'ancienneté de brevet égale, de leur ancienneté de cadre; chaque année, les candidats du groupe suivant sont admis à la formation, pour autant que leur dernière évaluation ne présente pas la mention finale " insuffisant " .