1. De lidst
aten bepalen dat de werkzaamheden die in de lijst in bijlage I bij deze richtlijn z
ijn genoemd, op hun grondgebied mogen worden uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in artikel 35, artikel 36, leden 1, 2 en 3, artikel 39, leden 1 en 2, en de artikelen 40 tot en met 46, zowel door middel van het vestigen van een bijkantoor als door middel van het verrichten van diensten, door iedere financiële instelling van een andere lidstaat die een dochteronderneming van een kredietinstelling of een gemeenschappelijke dochterondernemin
...[+++]g van twee of meer kredietinstellingen is, waarvan de statuten de betrokken werkzaamheden toestaan en die aan alle volgende voorwaarden voldoet:
1. Les États membres prévoient que les activités listées à l’annexe I de la présente directive peuvent être exercées sur leur territoire, selon les dispositions de l’article 35, de l’article 36, paragraphes 1 à 3, de l’article 39, paragraphes 1 et 2, et des articles 40 à 46, tant au moyen de l’établissement d’une succursale que par voie de prestation de services par tout établissement financier d’un autre État membre, filiale d’un établissement de crédit ou filiale commune de plusieurs établissements de crédit, dont le statut permet l’exercice de ces activités et qui remplit chacune des conditions suivantes: