396. Bijgevolg moet het stilzwijgen van een Staat op grond van artikel 22, 4, zodanig worden verstaan dat hij ermee instemt dat interlandelijke adopties van kinderen die hun gewone verblijfplaats
op zijn grondgebied hebben, ook plaats kunnen h
ebben als de taken, waarmee de Centrale Autoriteit van de Staat van opvang is belast, worden uitgevoerd door instellingen of personen die niet erkend zijn, zoals wordt toegestaan krachtens artikel 22, 2, ingeval op grond daarvan een verkl
aring in die zin is ...[+++]afgelegd.
396. Cela étant, en vertu du paragraphe 4, le silence d'un État doit être interprété comme revenant à accepter que les adoptions internationales d'enfants résidant habituellement sur son territoire peuvent aussi avoir lieu si les fonctions conférées à l'Autorité centrale de l'État d'accueil sont exécutées par des organismes ou des personnes non agréés, comme le permet le paragraphe 2 du même article.