Art. 21. De veiligheidsmedewerkers-chauffeur kunnen dwang gebruiken ten aanzien van de vreemdeling ten einde hem onder controle te krijgen, indien het gedrag van de vreemdeling een gevaar vormt voor de fysieke integriteit van hemzelf of derden, of indien de vreemdeling de orde verstoort.
Art. 21. Les collaborateurs de sécurité-chauffeurs peuvent utiliser la contrainte à l'égard de l'étranger afin de le maîtriser, si le comportement de l'étranger constitue un danger pour sa propre intégrité physique ou pour celle de tiers, ou si l'étranger trouble l'ordre.