Op voorstel van het bevoegd paritair orgaan, kan de Koning de in het eerste lid bepaalde anciënniteit van één jaar in de onderneming vervangen door één jaar anciënniteit in de ondernemingen die onder hetzelfde paritair orgaan ressorteren en tevens de berekeningsmodaliteiten ervan bepalen.
Le Roi peut, sur la proposition de l'organe paritaire compétent, remplacer l'année d'ancienneté dans l'entreprise, prévue à l'alinéa 1, par une année d'ancienneté dans les entreprises ressortissant au même organe paritaire et en déterminer en même temps les modalités de calcul.