De volledige raketbasis omvatte drie verschillende typen van infrastructuur: a) de installaties die gemeenschappelijk werden gefinancierd (kosten gedeeld door de verschillende landen van de Navo): namelijk zeven gebouwen en de Weapons Storage Area (kostprijs: 1.144 miljoen frank); b) de installaties die uitsluitend door de Verenigde Staten werden gefinancierd (kostprijs: 2.6
48 miljoen frank); hiervan werden achttien gebouwen door België overgenomen, terwijl andere installaties eigendom zijn gebleven van de Verenigde Staten die ze ter beschikking hebben gesteld van de Tactical Leadership Program (TLP); c) de nutsvoorzieningen die door
...[+++]België als gastland werden betaald.
La base de missiles complète comprenait trois types d'infrastructure: a) les installations financées en commun (coûts partagés entre les différents pays de l'Otan): à savoir sept bâtiments et le Weapons Storage Area (coût: 1.144 millions de francs); b) les installations financées par les Etats-Unis uniquement (coût: 2.648 millions de francs); parmi celles-ci dix-huit bâtiments ont été repris par la Belgique, alors que d'autres installations sont restées propriété des Etats-Unis, qui les ont mises à la disposition du Tactical Leadership Program (TLP); c) les viabilités payées par la Belgique en tant que nation-hôte.