Hoewel de Belgische regering aanvaardde dat geen steun kan worden verleend voor rechtstreekse ondersteuning van de produktie, betoogde zij dat de gedeelten van de investering welke geen rechtstreeks verband houden met de vezelproduktie - het mengen, kaarden, verpakken en opslaan - buiten de toepassingssfeer van de code vallen en derhalve gesteund kunnen worden. De Commissie was het hiermee niet eens en stelde dat elke steun ten behoeve van een gedeelte van of de gehele betrokken investering zou worden beschouwd als steun voor de produktie van synthetische vezels.
Le gouvernement belge, tout en admettant qu'aucune aide directe à la production de fibres synthétiques ne pouvait être octroyée, affirme que les parties de l'investissement qui ne concernent pas directement la production de fibres (c'est-à-dire les opérations de mélange, cardage, emballage et stockage) n'entrent pas dans le champ d'application de l'encadrement et peuvent donc bénéficier d'aides. La Commission n'a pas accepté ce raisonnement et a maintenu que toute aide en faveur de tout ou de partie de l'investissement en cause serait assimilée à une aide à la production de fibres synthétiques.