Het Hof stelde vast dat door verzoekers in de procedure niet zozeer het beginsel van de stakingsvordering zelf werd bestreden, waardoor de verdere verspreiding van dragers van een mening wordt verhinderd, doch wel de mogelijkheid tot verhindering van een publicatie, waardoor een vorm van preventieve censuur zou worden ingesteld die bij de artikelen 19 en 25 van de Grondwet wordt verboden.
La Cour a constaté que ce n'est pas tant le principe même de l'action en cessation qui est attaqué par les requérants dans la procédure, lequel principe est d'empêcher la poursuite de la diffusion de supports d'opinion, mais la possibilité d'empêcher la publication elle-même, ce qui aurait pour effet d'instaurer une forme de censure préventive, prohibée par les articles 19 et 25 de la Constitution.